Nodig:
Voor de broodjes:
500 gr. bloem (+ nog wat voor het uitrollen),
125 gr. roomboter,
50 gr. witte basterd,
10 gr. gist,
10 gr. zout,
2 losgeklopte eieren,
240 gram handwarme melk.
Voor de vulling:
60 gr. roomboter,
160 gr. lichtbruine basterd,
1,5 eetlepel kaneel.
Voor het glazuur:
125 gr. poedersuiker,
30 gr. roomboter,
1,5 eetl. vanille extract,
2 eetl. warm water.
Hoe:
Doe in een grote kom de ingrediënten voor het brooddeeg. Roer dit door, en kneed het daarna ongeveer 20 minuten. Als het deeg samenklontert kun je het uit de kom op het aanrecht verder kneden. Strooi wat bloem naast het deeg, zodat je, als het nodig is, er wat van kan toevoegen (maar niet teveel). Het deeg moet uiteindelijk elastisch, kauwgum-achtig worden.
Maak de kom wat schoon, en strooi er iets bloem in (zodat het deeg niet gaat vastkleven). Daarna van het deeg een mooie bal maken (met ook iets bloem er omheen) en leg die in de kom om te rijzen. Dek de kom af met plastic en zet op een warme plek. Laat een uur rijzen.
Na een uur het deeg uit de kom halen, de lucht er uitslaan, en uitrollen tot een mooie rechthoekige plak. Smelt de roomboter en kwast die over de deegplak. Daaroverheen strooi je de basterdsuiker en de kaneel. Rol daarna de plak strak op en snijd met een scherp mes plakken af (ongeveer 2 cm). Er komen ongeveer 24 plakken uit.
Leg de plakken op twee bakplaten met bakpapier. Verdeel ze zo goed mogelijk over de platen. Dek de platen af met plastic en laat nog een uur op een warme plek rijzen.
Verwarm 10 minuten voor het eind van deze 2e rijstijd de oven voor op 180 graden.
Bak de broodjes 25 minuten in de oven.
Maak het glazuur:
Hiervoor smelt je de boter, en roer je de poedersuiker en
het vanille-extract erdoor.
Maak het evt. met twee eetlepels warm water wat schenkbaar.
Als de broodjes licht zijn afgekoeld, schenk je een beetje glazuur erover. Klaar. Warm zijn ze heerlijk om te eten, maar ze zijn ook goed in te vriezen.